De sociale verkiezingen zijn verkiezingen die om de 4 jaar georganiseerd worden in ondernemingen met minstens 50 werknemers. Werknemers trekken naar de stembus om te bepalen wie hen de komende 4 jaar vertegenwoordigd in het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) en/of de Ondernemingsraad (OR). De sociale verkiezingen zijn het hart van onze socio-economische democratie.

ACV-aanpak wordt gesmaakt

Tussen 16 en 29 oktober 2020 kozen werknemers in heel België hun werknemersafgevaardigden voor het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk (CPBW of Comité PB) en de Ondernemingsraad (OR).

Het ACV blijft, ondanks de onvoorspelbaarheid van deze verkiezingen, de grootste vakbond: in de provincie Antwerpen (regio's Antwerpen, Mechelen en Kempen), nationaal, in Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Bij ondernemingsraden en comités, bij arbeiders, bedienden, jongeren en kaders.

COVID maakte de verkiezingsuitslag bijzonder onvoorspelbaar
De covid-pandemie maakte de verkiezingsuitslag onvoorspelbaarder dan ooit:

1) Uitgestelde verkiezingen = lange verkiezingsstrijd: eind juni 2020 gaf het ACV, samen met de andere vakbonden en de werkgeversorganisaties, het advies aan minister van Werk Nathalie Muylle om de sociale verkiezingen te organiseren van 16 tot en met 29 november 2020.

Dit omwille van de COVID-pandemie. De sociale verkiezingen stonden normaal in mei 2020 gepland. Door dit uitstel werd de campagneperiode meer dan verdubbeld. Het werd dus een erg lange race naar de verkiezingsdag.

2) Een verkiezingscampagne in het midden van de COVID-pandemie. De COVID-maatregelen maakte traditioneel campagne voeren onmogelijk. Het verspreiden van flyers, een persoonlijk gesprek met collega's, een actie om het inhoudelijk programma in de verf te zetten,... het moest allemaal anders.

3) In sommige ondernemingen en sectoren worden de verkiezingen van november nog verder uitgesteld omwille van COVID (bijvoorbeeld in de horeca) of is de werkcontext enorm veranderd op korte tijd (bijvoorbeeld in de zorgsector).

4) Er was ondanks COVID een grote participatiegraad van bijna 70%. Hier zien we geen grote verschillen met 2016. De versoepelingen in de wetgeving en de bijkomende afspraken tussen de werkgevers en de vakbonden hebben hier ongetwijfeld een positieve invloed op gehad.

Cijfers kandidaten

• In provincie Antwerpen stelden 11.235 werknemers zich kandidaat om hun collega's te vertegenwoordigen in het sociaal overleg (6.119 kandidaten voor het CPBW en 5116 voor de ondernemingsraad). Dit maakt de sociale verkiezingen groter dan de gemeenteraadsverkiezingen.

• Sommige werknemers stelden zich kandidaat voor beide organen. Het aantal unieke kandidaten bedroeg 7449.

• Veel nieuwe kandidaten: Er zijn 38,5% nieuwe ACV-kandidaten, in vergelijking met 2016. Heel wat vernieuwing dus. Bijna 4 op 10 kandidaten.

• Meer kandidaten: 5,93% meer werknemers dan in 2016 stelden zich kandidaat voor het ACV. Bijna 6% meer ACV-werknemers dongen dus naar de stem van hun collega's.

De verkiezingsuitslag - Nationale cijfers -
Zetelverdeling voor de ondernemingsraad (OR)

Het ACV telt nu 11.106 verkozen ondernemingsraadleden. Dit betekent dat 55,67 % van de werknemerszetels in de ondernemingsraden ingevuld worden door ACV'ers. Dit is een verwaarloosbare daling van 0.18 % ten opzichte van 2016.

Zetelverdeling voor de ondernemingsraad CPBW)

Het ACV telt nu 14.909 verkozen comitéraadleden. Dit betekent dat 57.51 % van de werknemerszetels in de CPBW's ingevuld worden door ACV'ers. Dit is een kleine daling van 0.52 % ten opzichte van 2016.

Provincie Antwerpen

Zetelverdeling voor de comités preventie en bescherming op het werk (CPBW)

Bij de comités telt het ACV voor de provincie Antwerpen 2749 effectief verkozenen. Dit betekent dat 61.3 % van de werknemerszetels in de CPBW's ingevuld worden door ACV'-ers. Dit is een kleine daling met slechts 1.3 % of 92 werknemerszetels ten opzichte van 2016.

Zetelverdeling voor de comités preventie en bescherming op het werk (OR)

Bij de ondernemingsraden telt het ACV voor de provincie Antwerpen 2098 effectief verkozenen. Dit betekent dat 59 % van de werknemerszetels in de OR ingevuld worden door ACV'-ers. Dit is een kleine daling met slechts 1 % of 50 werknemerszetels ten opzichte van 2016